Uit onderzoek van rekruteringsspecialist Robert Half blijkt dat 61% van de Belgische leidinggevenden aangeeft dat een bedrijfswagen een belangrijke factor is bij het vinden van nieuwe werknemers. Hoewel er meer en meer alternatieven zijn, blijft een wagen als deel van het loonpakket nog steeds zeer populair. De studie maakt deel uit van een breder onderzoek naar salarissen dat wordt bekendgemaakt tijdens de lancering van de Robert Half Salarisgids 2022 later dit jaar.

Ook al staat het eigenlijke salaris nog steeds centraal, is dat niet het enige dat een loonpakket aantrekkelijk maakt. Uit het onderzoek dat Robert Half deed bij 300 Belgische leidinggevenden, blijkt dat extra voordelen steeds belangrijker zijn.

“Het onderzoek voor de Salarisgids 2022 toont aan dat er heel wat beweegt op vlak van extra voordelen binnen het loonpakket. Vervoer van en naar het werk is daarbij een belangrijk onderdeel. Bedrijven zijn actief bezig met het op punt stellen van hun beleid hierrond, zeker omwille van het thuiswerken dat nu vast geïmplementeerd wordt”, zegt Jeroen Diels, director bij Robert Half.

Woon-werkverkeer

Binnen dat stukje woon-werkverkeer spelen bedrijfswagens een prominente rol. 61% van de ondervraagde Belgische managers geeft immers aan dat die een cruciale factor zijn bij het aantrekken van nieuwe werkkrachten. Dit wordt ook door de werknemers zelf bevestigd. In een recente poll geeft 70% aan dat een bedrijfswagen een belangrijke tot zeer belangrijke rol speelt in het loonpakket wanneer ze van job zouden veranderen. Bijgevolg verbaast het ook niet dat heel wat managers (28%) hun beleid rond bedrijfswagens aan het verbeteren zijn.

“Bij het herzien van het bedrijfswagenbeleid staat de vraag wie er nu precies een wagen nodig heeft vaak centraal. De verschillende woon-werk trajecten bekijken, is hierbij een relevante oefening en kan zorgen voor een beleid op maat. Een werknemer die 10km moet afleggen per dag verplaatst zich misschien op een andere manier dan iemand die 100km per dag overbrugt”, aldus Jeroen Diels.

Ook het telewerk dat nu ingeburgerd is binnen veel bedrijven heeft een invloed op eventuele aanpassingen. 14% van de bedrijven laat werknemers die minstens één dag per week naar kantoor komen hun bedrijfswagen behouden, maar wie niet komt moet deze inruilen voor meer loon of ander mobiliteitsbudget.

Bedrijven zijn daarnaast ook vaak bewust bezig om het woon-werkverkeer klimaatvriendelijker te maken. De opkomst van elektrische wagens biedt hierbij zonder twijfel heel wat mogelijkheden.

“Naar schatting is momenteel zo’n 7% van het wagenpark elektrisch. Een paar jaar geleden was dit nog maar 5%. Er is dus al een lichte stijging en die zal dankzij de snelle ontwikkeling van elektrische wagens in de toekomst wel alleen maar sneller gaan”, zegt Jeroen Diels.

Alternatieven voor koning auto

Uiteraard zijn er ook heel wat andere mogelijkheden naast de wagen om werknemers van gepast vervoer te voorzien. Openbaar vervoer, fietsen en deelsteps maken ook deel uit van het aanbod waarin bedrijven willen voorzien. 37% van de ondervraagde managers werkt – in navolging van de pandemie – bijvoorbeeld aan het verbeteren van het budget voor de aankoop van een (elektrische) fiets. Onder andere op deze manier willen ze de alternatieven voor de auto aantrekkelijker maken en de focus binnen het woon-werkverkeerbeleid verleggen.

“Om vandaag de dag talent te kunnen blijven aantrekken (en behouden), moeten bedrijven inzetten op een inclusievere aanpak wat betreft woon-werkverkeer. Vooral voor de jongere generatie wordt dit steeds belangrijker. Zij zijn meer en meer bezig met duurzaamheid en het klimaat en zijn vaker bereid de bedrijfswagen in te ruilen voor een alternatief zoals lease fietsen. De mobiele shift is volop aan de gang en bedrijven moeten anticiperen op de noden en de vraag van de nieuwe generatie”, besluit Jeroen Diels.

Over het onderzoek

Robert Half voerde in juli 2021 onderzoek uit bij 1.800 leidinggevenden met behulp van een onlinegegevensverzamelingsmethode. Deze omvatte telkens 300 interviews in België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Brazilië. De respondenten waren onder meer General Managers, Chief Financial Officers en Chief Information Officers met verantwoordelijkheid voor het aanwerven van personeel in kleine (50-249 werknemers), middelgrote (250-499) en grote (500+ werknemers) ondernemingen uit de private, beursgenoteerde en publieke sector in de zes markten.