Wettelijk kader omtrent occasioneel telewerken van kracht vanaf 1 februari

  • 58% van de HR-managers is bereid om werknemers te laten telewerken
  • 3% van de HR-managers wil telewerk occasioneel toelaten (bvb. bij stakingen of bepaalde weersomstandigheden)
  • 47% is ervan overtuigd dat werknemers productiever zijn bij occasioneel thuiswerk

Februari staat voor de deur en dit brengt traditiegetrouw weer een aantal veranderingen met zich mee. Zo zal de regeling over occasioneel thuiswerken in het wetsontwerp van Kris Peeters omtrent Werkbaar werk in voegen treden vanaf 1 februari. Concreet houdt dit in dat werknemers die geconfronteerd worden met een moeilijke of onvoorziene situatie aan hun werkgever zullen kunnen vragen om occasioneel telewerk te verrichten.

In een heel aantal bedrijven is deze vorm van flexibel (of werkbaar) werk reeds ingeburgerd en een onderzoek van Robert Half bij HR-managers toonde aan dat flexibiliteit op de werkplek één van de belangrijkste trends is op de werkvloer. Het wettelijk kader komt dus zeker niet te vroeg. HR-managers geloven ook in de mogelijkheden van thuiswerken: bijna 6 op 10 HR-Managers (58%) gaf aan dat hij bereid is om zijn werknemers van thuis te laten werken. Nog eens 3% van de HR-managers wil het occasioneel toelaten zoals bij stakingen of bepaalde weersomstandigheden.

Hogere productiviteit

​Bijna de helft van de bevraagde HR-managers (47%) is ervan overtuigd dat thuiswerken productiever kan zijn. Frédérique Bruggeman, Managing Director Robert Half BeLux, ziet daarnaast nog heel wat andere voordelen aan de flexibele organisatie van de werktijd en –plaats, voor zowel werknemer als werkgever: “Dergelijke arbeidsmodellen bevorderen de balans tussen werk en privé voor de werknemer en hebben ook een positieve invloed op de prestaties en de productiviteit van het personeel. Medewerkers die tevreden zijn over hun job en de werkomstandigheden zijn doorgaans productiever en blijven langer trouw aan een bedrijf. Bedrijven versterken zo dus hun aanwervings- en retentiebeleid, alsook hun inspanning in het kader van employer branding.”